Symptomen van verkeerde voeding.

Door verkeerde voeding of een verkeerde voedingsmethodiek kunnen onderstaande symptomen bij uw hond zichtbaar worden:

Darm– en spijsverteringsafwijkingen.

Bij een groot aantal honden blijkt dat het spenen van een grote invloed is op de stofwisseling in het verdere leven. Men noemt dit probleem zwakke darmen of ook wel zwakke maag. Wordt de afwijking tijdig opgemerkt, dan helpt in veel gevallen het volgende: Geef eerst 7 dagen een compleet vers vleesvoer. Kook het de eerste 2 dagen even aan en meng het met het kooksap. Na de tweede dag alleen goed ontdooien en dan voeren. Na een week kunt u eventueel overgaan op een goed merk droogvoer en geeft u elke zevende dag vers vlees. Maar let op: nooit meerdere dagen per week of om de dag van voer.

Huid, vacht en jeuk.

De vachtconditie is een belangrijk indicatie voor de gezondheid van uw hond. Een slechte vacht duidt in veel gevallen op een slechte voedingtoestand. Bij jonge honden kan een nier– of leverfunctiestoring zelfs aan de vacht zichtbaar zijn. U kunt zelf veel doen om de vacht van uw hond goed te onderhouden. Wassen met groene zeep is niet alleen milieuvriendelijk, maar ook erg goed voor de vacht. Groene zeep beschermt en heeft een desinfecterende werking. Er zijn natuurlijk ook goede shampoos te verkrijgen. Verder is een compleet en uitgebalanceerd voer belangrijk voor een goede vachtconditie. Wanneer uw hond bobbeltjes, kale plekken, haaruitval, huidschilfers of rode pukkels heeft, is het raadzaam onmiddellijk de dierenarts te waarschuwen. In die situatie kan er sprake zijn van voedselallergie.

Obesitas ( vetzucht).

Eén van de oorzaken van vetzucht kan voer met te veel eiwit zijn. Gevolg: de hond vertoont eiwitpukkels op de lippen en de weke delen. Als men hier niet tijdig iets aan doet, kan er een infectie ontstaan. Overgewicht is een symptoom van een verstoorde stofwisseling. De hond kan zijn afvalstoffen niet meer kwijt, waardoor deze in het lichaam worden opgeslagen. Bovendien zijn deze afvalstoffen zuur van karakter waardoor het lichaam gestimuleerd wordt tot het vasthouden van water. Ook hier geldt dat een goed voer veel kan genezen en voorkomen. U moet nu niet minder gaan voeren of voer kopen met minder calorieën. En ook moet u de hond niet achter de fiets laten lopen om hem maar meer te laten bewegen. Dit werkt allemaal averechts. Want hierdoor krijgt hij een verhoogd energieverbruik met als gevolg dat de hond juist meer gaat eten en nog vetter wordt. Nogmaals, alleen een optimaal voer met alle componenten in de juiste verhoudingen kan hier de oplossing brengen.

Anorexia (gebrek aan eetlust).

Het komt vaak voor dat honden plotseling niets meer willen eten. Hiervoor kan men een aantal oorzaken aanwijzen: verzadiging, afwijking in het aminozuurevenwicht, een tekort aan magnesium of vitamine B. Een goede en evenwichtige voeding is in dit geval de route die bewandeld moet worden. Maar ook het vervangen van de plastic etensbak door een stenen of stalen bak kan wonderen verrichten. Tevens is het belangrijk deze op borsthoogte te plaatsen. Als uw hond niet meer eet, voer hem dan enkele dagen met compleet diepvries vleesvoer dat u eventueel even aankookt. Wanneer er sprake is van vergiftiging door het eten van gevonden etensresten, dan moet u zo vlug mogelijk de dierenarts waarschuwen.

Coprofagie (ontlasting eten).

Een veel voorkomend probleem is dat de hond zijn eigen uitwerpselen of die van andere opeet. In veel gevallen is dit toe te schrijven aan een onjuiste zuur/base verhouding. Rijst en rundvlees hebben een zuurvormend karakter en kunnen ter correctie worden gebruikt. De dierenarts stelt aan de hand van de pH– waarde vast hoe er moet worden gecorrigeerd ( zuur of base ). Over het algemeen kan men aannemen dat het menu van vers vlees compleet en rijst het probleem verhelpt. De calorieënverhouding 70% vlees en 30% rijst heeft reeds veel van dergelijke problemen opgelost.

Diarree.

Aan diarree kunnen vele oorzaken ten grondslag liggen. De voeding is één van de factoren die van grote invloed is op de uiteindelijke vorm en consistentie van de ontlasting. Al naar gelang de duur van de symptomen wordt onderscheid gemaakt tussen een acute en een chronische diarree. Afhankelijk van de plaats waar de primaire aanleiding voor de diarreemoet worden gezocht, kan gesproken worden van een dunne darmdiarree of een dikke darmdiarree. Deze beide vormen van diarree hebben elk hun eigen specifieke kenmerken.

Dunne darmdiarree:


Dikke darmdiarree:

Een ander darmprobleem bij honden dat met voeding verder niet zoveel te maken heeft, zijn wormen. Een eerste indicatie voor worminfectie is het feit dat de hond uit zijn bek stinkt terwijl de hond wel goed voer krijgt en een schoon gebit heeft. Ook kunt u merken dat uw hond wormen heeft aan een abnormale eetlust of aan het feit dat de hond de achterhand onder het lichaam trekt. Dit laatste veroorzaakt door de pijn van de worminfectie. Ontwormen is dus essentieel onderdeel van de verzorging van uw hond. Wanneer men dit verwaarloost kan er grote schade ontstaan. Wel moet hier nadruk gezegd worden dat het ontstaan van wormen niets te maken heeft met welk voer dan ook. Honden kunnen besmet raken met wormen door een infectie die binnen gebracht kan worden door b.v. eitjes van de wormen die onder de schoenzolen naar binnen worden gelopen of door de aanwezigheid van vlooien. Ook wanneer uw hond in aanraking komt met andere honden kan hij besmet raken. Wacht vooral niet met ontwormen tot u wormen in de ontlasting vindt ( dan bent u namelijk al veel te laat ), maar geef uw hond drie of vier keer per jaar een wormenkuur.Ook het ontwormen naar aanleiding van de kalender is geen goede indicatie. Simpel gezegd, wormen kunnen nog steeds geen kalender lezen. Dus ontworm uw hond regelmatig preventief. Of ga over tot ontwormen zodra u een van de bovengenoemde indicaties signaleert.

Karperrug.

Een karperrug is de bemanning voor een vergroeiing of ontsteking van de rugwervels. Dit ontstaat door spierafwijkingen die door verkeerde voeding wordt veroorzaakt. Tot aan de negende maand is de karperrug geheel of grotendeels te genezen. Men moet goed opletten dat de juiste voeding wordt versterkt en er zeker van zijn dat het voer in balans is. Geef geen bijzonder voer zoals prestatievoer zonder dat u de balans heeft berekend. De karperrug is duidelijk zichtbaar en ook bij langharige rassen voelbaar. De achterste wervels staan duidelijk krom. Na de negende maand is deze afwijking niet meer te genezen.

Doorgezakte voeten.

Ook hier moet de oorzaak gezocht worden in een verkeerde voeding. Als blijkt dat de polsen zijn doorgezakt of de hond tekenen vertoont gras te zoeken, ga dan even bij de dierenarts langs. Die zal u speciale magnesiumtabletten meegeven. Meestal gaat het geven van extra magnesium gepaard met andere mineralen en/of vitaminen.

Telgang.

Men kan de telgang in een vroeg stadium afleren. Laat de hond zitten en ga vanuit de zittende houding in draf met de hond lopen. Is de hond al wat ouder, dan kan men de hond laten lopen naast de fiets. In draf gaat de hond nooit in telgang. Zorg wel voor een goede voeding. Soms is een extra vitaminekuur noodzakelijk, maar raadpleeg daarover uw dierenarts. Ontstaat de telgang op latere leeftijd, dan is de verkeerde voeding de oorzaak.

Franse stand van de voeten.

Franse stand noemt men het naar buiten draaien van de voorvoeten. Het komt veel voor bij honden tot 9 maanden en bij verkeerd gevoerde honden. De hond drukt ter ondersteuning de ellebogen tegen de borstkas, zodat de voeten naar buiten draaien. Vaak ontstaat dit door overvoeding. Direct aanpassen van de voeding en zonodig ontwormen, is het devies. Over het algemeen trekt deze verkeerde stand binnen enkele weken weer weg. Soms wordt door de dierenarts extra vitamine E voorgeschreven. U dient de eerste weken vers vlees te voeren. Geef geen additieven of extra’s. Verdeel de voeding over drie maaltijden per dag.

Eten van gras.

Eet uw hond af en toe gras, dan hoeft u zich niet ongerust te maken. Graast hij echt, dan spelen waarschijnlijk voedingsproblemen een rol. Vooral als het gras eten plaatsvindt nadat de hond eerst zelf heeft gegeten. Geef in die gevallen uw hond gedurende 14 dagen compleet vleesvoer, waarvan de eerste 2 dagen in gekookte vorm. Gras eten is te wijten aan een verstoring van het zuur/base evenwicht, waardoor een te hoge pepsine– zoutzuur productie plaatsvindt. De hond probeert dan door gras te eten dit zuurgehalte te reduceren.

Oorzaak onbalans.

Al de symptomen zoals in het vorige hoofdstuk beschreven zijn in de meeste gevallen te wijten aan voeding waarin te veel eiwitten voorkomen ten opzichte van de energie, waardoor het voer niet in balans is. Of aan een verkeerde voedermethode waarbij de hond verschillende soorten voer per dag krijgt of regelmatig wordt verwend met tussendoortjes. Wanneer dergelijke problemen zich voordoen, blijf dan niet met uw hond experimenteren. Geef hem tenminste 7 dagen een compleet diepvries vleesvoer dat de eerste dagen in water verwarmd tot circa 80° C. Door deze vleesdagen worden de maag en de darmen schoongemaakt en de darmflora weer optimaal hersteld. Na deze vleesdagen gaat u weer over op een hondenbrok en verdeelt u de benodigde hoeveelheid over twee maaltijden per dag.

Belangrijk:

Voer uw hond zeker niet te veel, want Prins hondenbrokken kennen een hoog energiegehalte, waardoor de voederopname lager ligt. De belasting van de maag is daardoor laag en de kans op maagtorsie vrijwel uitgesloten.